Bijzonder met Noors is dat het 2 schrijfvarianten kent: Bokmål (lett. Boekentaal) en Nynorsk (lett. Nieuw-Noors). De geschiedenis kan deze bijzondere situatie helpen verklaren.
Vanaf 1380 komt Noorwegen onder Deens bewind en wordt het Deens de bestuurstaal. In 1814 komt aan de unie met Denemarken een einde en stelde de machthebbers voor een probleem: diende de nieuwe staat (die pas in 1905 als zelfstandige staat op de kaart wordt geplaatst) niet een eigen taal in te voeren?
Hierbij dienen 2 stromingen te worden onderscheiden. Een eerste groep wilde geleidelijk aan de Deense schrijftaal vernoorsen. Het resulaat is het huidige Bokmål.
Een tweede groep meende dat er een nieuwe schrijftaal moest worden ontwikkeld op basis van de dialecten. De grondlegger van deze nieuwe schrijfvariant was Ivar Aasen. Op basis van een onderzoek van dialecten uit verschillende landsdelen schreef hij een grammatica en stelde een woordenboek samen. Deze nieuwe schrijfnorm noemde hij landsmål. In 1929 kreeg deze variant zijn huidige benaming, namelijk Nynorsk.
Beide varianten zijn officiële en aan elkaar gelijkgestelde schrijftalen. Ook al is in de praktijk het Bokmål de dominerende taalvorm, mag het belang van het Nynorsk op o.m. literair vlak niet worden onderschat.
In onze cursussen komen beide varianten aan bod. Er worden cursussen aangeboden voor zowel beginners als gevorderden.